Hoe ons hart te openen in deze tijd?
Boekbespreking ‘Waarom we mediteren’ door Tsoknyi Rinpoche en Daniel Goleman
Marianne de Soet, te verschijnen in tijdschrift Zijn nr 71, december 2025
Aanleiding
In 2006 woonde ik een teaching van Tsoknyi Rinpoche bij. Ik vond zijn zachtmoedige helderheid prettig. Maar wat hem helemaal voor me innam was zijn stralende lach. Later heb ik voor de opleiding tot leraar Zijnsorientatie met veel plezier drie van zijn boeken bestudeerd. Ik ben wel een fan!
Onlangs hoorde ik van een nieuwe titel: Why we meditate[i], vertaald als ‘Waarom we mediteren’[ii]. Er zijn veel boeken over meditatie geschreven, dus ik was nieuwsgierig wat dit boek zou kunnen toevoegen, ook omdat Tsoknyi dit boek samen met Daniel Goleman heeft geschreven, de man van de emotionele intelligentie. Al lezend ontwaarde ik drie aansprekende thema’s die volgens mij passen in het thema van deze ZIJN: de handshake, basale liefde en compassie. Ik wil in deze boekbespreking graag met de lezer delen wat maakt dat deze thema’s mij zo aanspreken op mijn pad van verlichte levenskunst.
Vernieuwing boeddhistische meditatiebeoefening
Tsoknyi Rinpoche komt uit een familie van volleerde meditatiebeoefenaars. Zijn vader was de ook in het Westen bekende Tulku Urgyen Rinpoche. Als zijn zoon kreeg hij het mediteren met de paplepel ingegoten.
Op zijn 13e werd hij naar Noord-India gestuurd, waar hij doorging met studeren en mediteren onder leiding van verschillende leraren. Vanaf zijn 20e ging hij zelf over de hele wereld lesgeven. Toen hij in het westen met lesgeven begon, merkte hij dat zijn leerlingen zijn meditatie-aanwijzingen cognitief goed begrepen en slimme vragen stelden. Maar na een aantal jaren constateerde hij dat zijn leerlingen het wel begrepen, maar niet internaliseerden, laat staan dat ze transformeerden. Hij was nieuwgierig naar de oorzaak en vermoedde een blokkade tussen geest, lichaam en gevoel: de stroming verloopt niet onbelemmerd. Deze opmerking sprak mij aan omdat ik het zo goed herken, zowel bij mezelf als bij medepadlopers.
Tsoknyi ging samenwerken met de partner, psychotherapeut, van Goleman en Welwood en hoorde over de spiritual bypass, de neiging om meditatie te gebruiken om onze pijnlijke emotionele realiteit te vermijden. Hij vestigt sindsdien eerst de aandacht op het helen en openzetten van de verbinding tussen geest, lichaam en gevoelswereld, om zo het hele wezen van de leerling voor te bereiden om, met een geaard lichaam, een open hart en een heldere geest, ondersteunend te zijn aan onze ware aard. Zo brengt hij wat hij denkt dat in het westen nodig is samen met zijn kennis van het Tibetaans boeddhisme. Hij zoekt de synthese en is daarin vernieuwend. Ik vind de integere wijze waarop hij dat doet mooi.
Doel van het boek
Het beoogde doel van de meditatiemethode is het bieden van een training van ons gewoontelichaam met als resultaat ‘een geaard lichaam, een ontspannen energie- en gevoelswereld, een geopend hart en een heldere en open geest’. Dit helpt ons de wereld aan te kunnen en bereidt ons voor op onze liefdevolle aard.
Het boek beklemtoont dat onvoorwaardelijke, basale liefde, nodig is om op een gezonde manier compassie met het lijden in de wereld te kunnen opbrengen. Deze aandacht voor het geopende hart, vind ik waardevol, omdat we niet vanzelf contact hebben met onze basale liefdevolle aard. Mede vanwege het thema van deze ZIJN is dit waar het mij in deze boekbespreking om gaat.
In het boek verweeft Tsoknyi persoonlijke ervaringen, bijvoorbeeld zijn eigen gevoel van gejaagdheid, met zijn diepgaande kennis en doorleefde ervaring van Tibetaans boeddhistische meditatievormen. Vanwege deze persoonlijke insteek en zijn leesbaarheid spreekt het boek mij aan. Ik proef in elke zin zijn diepe liefde voor mensen. Ik ervaar zijn aanwijzingen als beaming van deze liefde.
Opbouw van het boek
In de opeenvolgende hoofdstukken biedt hij een opbouw van de meditatiemethode die aansluit bij de westerse mens. In Zijnsgeoriënteerde termen zou je dit een eerste perspectiefbenadering noemen, een werkwijze, waarbij we onze gewoontepatronen en hechtingstendenzen doorzien en loslaten vanuit contact met onze inherent vrije en liefdevolle aard. Per hoofdstuk legt de meditatieleraar elke deelmethode helder en precies uit. Na elk hoofdstuk volgt een wetenschappelijke onderbouwing door Goleman. Zo onderbouwt deze wetenschapsjournalist bijvoorbeeld het belang van de ademinstructies. Uit onderzoek is gebleken dat vertraagd ademhalen hersenen, hart en lichaam in een ontspanningstoestand brengt, waarin genezing, herstel en een ontspannen alertheid kunnen optreden. De zes deelmethoden zijn drop-it, buikademen, handshake, wezenlijke liefde, compassie en kalm verblijven. Ik noem ze alle zes, en ga dieper in op de handshake, wezenlijke liefde en compassie.
Drop-it!
Vaak zijn we als we beginnen te mediteren wat gespannen. Daarom begint Tsoknyi met een manier om in een keer alles los te laten. Hij noemt dat Drop-it! Deze term geeft het loslaten een kracht mee die mij in het dagelijks leven onmiddellijk doet landen in mijn lichaam, en vaak ook in gewaarzijn.
Buikademen
De schrijver ziet gejaagdheid, in de zin van haast, overprikkeling en druk, als ons grootste probleem. Hij onderzocht het in zichzelf en merkte dat dit vooral met zijn energie en emoties, kortom zijn gevoelslichaam, te maken had. Zijn energie en adem zaten hoog in plaats van in zijn buik, hij was niet meer geaard, was druk in zijn hoofd, ervoer minder vreugde, en had behoefte aan vakantie. Hij herkende dat vervolgens bij veel van zijn leerlingen. Hij zag het belang om met de adem de energie te kalmeren en in balans te brengen. Hij bespreekt een viertal ademhalingstechnieken, waaronder de ook in Zijnsoriëntatie bekende kruikademhaling.
Handshake met beautiful monsters
Aanvankelijk zag Tsoknyi zijn eigen emotionele problemen als problemen van de geest, waardoor ook hij de onderliggende gevoelens niet adresseerde. Hij merkte dat ook bij ons het gevoelsleven een grijs gebied is waar we vaak overheen kijken of dat we negeren. Alleen vanuit contact met gevoel kan transformatie optreden. Daarom vindt hij het belangrijk dat we ons gevoelsleven eerst leren kennen zonder te oordelen. We hebben daarvoor kwaliteiten zoals liefdevolle vriendelijkheid, geduld, inzicht en integriteit nodig. Ik herken bij mezelf dat mijn gevoelsleven lange tijd een terra incognita was, en ik herken dat ook bij anderen, dus ik ben het hier hartelijk mee eens.
Tsoknyi besefte dat hij vriendschap moest sluiten met emotionele blokkades, negatieve stemmingen en weerstanden. Hij noemt dat monsters, omdat ze zich in een monsterlijke gedaante aan ons tonen. Hij ontwikkelde de methode van de handshake: we reiken het monster vriendelijk de hand zonder oordeel en zonder iets weg te willen hebben. Op dat moment zijn we ruimer dan het monster, een contactvolle ruimte.
Een handgeven als je je monster eigenlijk kwijt wilt werkt niet, stelt Tsoknyi, dat is strategisch. Het gaat om ontmoeten en contact en niet om een remedie. Voor contact moeten we voelen, zonder weerstand of reactie, want dan pas kunnen we vriendschap sluiten. Goleman vond bewijs dat door de innerlijke houding van acceptatie er minder activiteit van de amygdala, ons angstcentrum, is.
Wat maakt een monster beautiful?
Tsoknyi noemt ze beautiful omdat ze op twee manieren prachtig zijn. Om te beginnen vanwege hun ware aard. Ze bestaan louter uit openheid, helderheid en energie. In de tweede plaats omdat de monsters lelijk lijken, maar na heling hun schoonheid kunnen tonen, doordat hun kwaliteit vrijkomt. Beautiful monsters zijn als ijs, zegt hij. Onze vriendelijkheid en niet oordelen doet het ijs smelten. Er is wel moed voor nodig. Voor hem is de handshake belangrijk, omdat echte transformatie vooral op gevoelsniveau gebeurt. Als we onze monsters helen gaan we de dynamiek waardoor ze zijn ontstaan begrijpen, en dat niet alleen bij onszelf, maar bij iedereen die dezelfde wond heeft
De waarde van de handshake voor mij
Ik ervaar de handshake als een prachtig en wezenlijk gebaar naar monsters die ik in het dagelijks leven tegenkom. De methode is zonder begeleiding goed te doen, mits vanuit vriendelijke nieuwgierigheid. Ik ervaar bijvoorbeeld woede bij het zien van leed als gevolg van oorlogen in de wereld. Ik kies en besluit dan om de handshake te doen. Op dat moment ben ik al ruimer dan mijn woede. Vanuit mijn ruimer-zijn reik ik uit naar mijn woede en maak contact met het gevoel. Mijn zwaartepunt blijft in ruimte en er komt ruimte rond en in mijn woede. Die wordt zachter en ik blijk ermee te kunnen zijn, zonder dat er iets weg moet. Ik val steeds meer samen met ruimte, helende ruimte. Daarin laat de versmelting met mijn emotie los, terwijl ik tegelijk een oprichtende kracht ervaar. De kwaliteit in mijn woede wordt ervaarbaar. De niet oordelende erkenning van alles wat in onze gevoelswereld plaatsvindt vind ik een belangrijke bijdrage van het boek als het gaat om verlicht handelen in deze tijd.
Wezenlijke liefde
Door uit te reiken naar onze monsters die bijvoorbeeld worden getriggerd door het nieuws en ze in de helende ruimte uit te nodigen beginnen we onszelf diep en wezenlijk te helen. Het gevolg is dat er meer basaal welbevinden beschikbaar komt in onze gevoelswereld. Tsoknyi noemt dit wezenlijke liefde: een subtiele en stille innerlijke warmte onder de veranderde gevoelens, emoties en stemmingen. Ons contact met deze wezenlijke liefde, liefde zonder hechting, geeft een gevoel van diepe tevredenheid. Dat wil zeggen dat we niet iets anders wensen dan hoe het is. Dit vind ik belangrijk, ik merk dat dit een diepe ontspanning geeft, en in die ontspanning komt inherente vreugde vrij.
Het viel Tsoknyi op dat we ons soms leeg en hongerig kunnen voelen. Onze wezenlijke liefde is dan geblokkeerd. Daarom nodigt hij ons uit om wezenlijke liefde zo vaak mogelijk te herinneren. ‘Doe het kort, maar vaak’. Hij is overtuigd dat het versterken van ons contact met wezenlijke liefde een sleutelrol speelt voor een gezond mensenleven, omdat ons welbevinden dan onafhankelijk is van externe factoren. Ik kan dat goed volgen en ben gelukkig en dankbaar dat ik dit steeds meer kan ervaren
Liefde en compassie
In het boeddhisme is het uitgangspunt dat liefde en compassie onze ware aard zijn. We zíjn het, maar alleen als we ons gewoontelichaam trainen om uitdrukking te geven aan onze liefdevolle en compassievolle aard, zo stelt Tsoknyi. Die wordt uiteindelijk bodhicitta, de verlichte geest, met zijn oneindig grote, onbevooroordeelde altruïsme-motivatie.
Een belangrijk doel van het boeddhisme is dat we ons medeleven uitbreiden naar steeds meer wezens, zodat we zelfs compassie kunnen voelen voor onze vijanden. Uitgangspunt is een stevige basis in wezenlijke liefde, anders wordt compassie vooringenomen compassie, die maar al te vaak leidt tot burn-out. Dat is een valkuil. In Zijnsoriëntatie noemen we dat stupid compassion. De krachtige kant van liefde ontbreekt daarin.Hij benadrukt daarom dat we eerst liefde en compassie naar onszelf moeten ontwikkelen, wat kan met dehandshake.
Liefde en compassie lijken op elkaar, volgens de schrijver, maar zijn verschillend. Liefde richt zich op goedheid, wenst de ander welbevinden, vreugde, gezondheid. Het is ‘makkelijker’ dan compassie. Compassie richt zich op fysiek, mentaal, emotioneel, spiritueel lijden en wil helpen dat te verlichten. Compassie kijkt naar alles: verdriet, woede, angst, depressie, eenzaamheid. Het is de kunst bij lijden te zijn zonder af te wenden, het vraagt de bereidheid om je ongemakkelijk te voelen. Daar is moed voor nodig.
Een ander uitgangspunt in het boeddhisme, dat Tsoknyi noemt, is dat alles onderling afhankelijk is: alles hangt van veel andere dingen af. Wat er ook gebeurt: op een bepaald niveau is het slechts een tijdelijke gebeurtenis die plaatsvindt, doordat bepaalde omstandigheden en oorzaken bij elkaar komen. Dit kan ons helpen om ons geen slachtoffer te voelen of anderen te beschuldigen. Ook dit vind ik belangrijk, want dit besef helpt mij om mij aangedaan leed minder persoonlijk te maken.
Realistisch zijn en doen wat we kunnen
Compassie voelen kan heel ongemakkelijk of zelfs ondraaglijk zijn, weet Tsoknyi. Daarom moeten we realistische verwachtingen hebben van onszelf: we doen wat we kunnen én we kunnen ons oefenen om bij het lijden van anderen te zijn zonder meegesleept te worden of ons af te sluiten. Kunnen we wel compassie uitdrukken als we nog veel monsters hebben? Dat kan volgens hem, mits we ons bewust zijn van de beautiful monsters en tegelijk contact houden met wezenlijke liefde. Daar moeten we dus goed op letten, vindt hij. Het moeilijkst is compassie voelen voor onze vijanden.
De uit het boeddhisme bekende compassie-oefening die hij beschrijft (zie aan het eind) kan helpen om compassievol gedrag te trainen. Onze intentie voor compassie is diep van binnen willen dat de ander gelukkig is. Toch doen we soms iets stoms of kwetsends naar een ander, schrijft Tsoknyi. Vaak doen we dat doordat we zijn overmand of ovegenomen door een kwellende emotie. Waarom zou dat voor de ander niet gelden? Daarom kan het helpen ons te realiseren dat mensen die ons kwetsen waarschijnlijk overmand zijn door een kwellende emotie. Niet de persoon is schuldig, maar de emotie. Onderscheid maken tussen mens en emotie helpt om een kwetsing minder persoonlijk te maken. Dat maakt compassie mogelijk, zonder het gedrag goed te keuren. Dit raakt me, want geeft ruimte.
De oefening is compassie langzaam op te bouwen: eerst naar onze dierbaren, vervolgens naar mensen die neutraal voor ons zijn en tenslotte uitbreiden naar mensen die we als vijanden beschouwen. Wie wordt overmand door kwellende emotie, zo gaat deze boeddhist verder, is ons mededogen waard. Het is heel sterk als we zover kunnen komen dat we oprechte compassie kunnen voelen voor zowel slachtoffers, omstanders, als daders. Dat betekent niet dat we ons beoordelingsvermogen verliezen. We weten nog steeds het verschil tussen deugd en ondeugd, tussen beschermen en niet beschermen.
Kalmte van de geest – shamatha en vipassana
Door de beschreven methode te beoefenen zijn we volgens Tsoknyi minder geneigd onze emoties en gevoel over te slaan, en in de spiritual bypass te gaan. Hij gaat tenslotte uitgebreid in op de methode van shamatha en vipassana. Ik ga daar niet verder op in, omdat dit elders al uitgebreid is beschreven, zie bijvoorbeeld Zitten in Zijn van Hans Knibbe[iii].
Tot slot – de waarde van de compassie-beoefening voor mij
Het hoofdstuk over compassie vanuit wezenlijke liefde raakt me het meest, omdat het raakt aan mijn hoogste motivatie: het Grote Hart leven[iv]. In Zijnsoriëntatie kennen we Avalokiteshvara-beoefening[v]. Avalokiteshvara is in het boeddhisme de symbolische boeddha van verlichte compassie. Hij is zowel vrij van lijden als daarnaar toegewend en strekt duizend armen uit naar de wereld om iedereen te helpen. De Avalokitesvara-beoefening is een werkwijze waarin we onze stralende aard leren belichamen, en oefenen om de hele wereld te zien als stralend. Vandaar uit leren we de hele wereld met ons compassievolle hart te omvatten. Ik vind het een prachtige, waardevolle beoefening. Tegelijk blijkt in het dagelijks leven ‘de hele wereld omvatten’ voor mij abstract.
In deze tijd met tal van onopgeloste problemen, waarin we overweldigd kunnen worden door het lijden dat we per moment zien, ervaar ik de compassie-beoefening vanuit wezenlijke liefde, inclusief naar mijn vijanden, als helpend en een waardevolle aanvulling om gedrag te ontwikkelen dat verlichte compassie ondersteunt.
Mijn vijanden zijn dan mensen die niet doen wat ik wil, kortom die mijn boosheid en frustratie triggeren. De handshake vanuit vriendelijkheid helpt mij dan. Ik merk mijn frustratie en in plaats van daarmee samen te vallen, zoals ik dat gewend was, herinner ik mij de ruimere optiek van wezenlijke liefde. Op het moment dat ik aan mijn vijand denk en liefde naar mijn vijand doe uitgaan voel ik mijn eigen pijn die onder mijn frustratie blijkt te zitten. Ik reik uit naar mijn pijn. De versmelting laat los. De pijn verzacht. Ik merk dat mijn intentie om compassie te hebben voor mijn vijand nieuwe monsters doet bovenkomen, waardoor ik herhaaldelijk terugga naar de handshake. Mijn gevoel van compassie wordt daarin steeds meer concreet ervaarbaar zonder het gedrag van mijn vijand goed te keuren. Het lukt me daardoor steeds beter om ‘mijn vijanden’ om te beginnen zonder oordeel te benaderen. Te zien dat ze vrij zijn, net zoals ik vrij ben. Ik geef de controle op! Wat een vreugde! Daarmee worden mijn liefde en compassie steeds meer onvoorwaardelijk. Mijn hart blijft vaker geopend en ik kan meer en meer de verandering zijn die ik in de wereld wil zien. En daar is de wereld mee gediend.
Literatuur
[i] Tsoknyi Rinpoche en Goleman, D., Why we meditate, 2022, Uitgeverij Penguin Random House UK
[ii] Tsoknyi Rinpoche en Goleman, D., Waarom we mediteren, 2022, Uitgeverij Atlas Contact
[iii] Knibbe, H., Zitten in Zijn, 2020, Uitgeverij Asoka
[iv] Soet, M. de, Over motivatie en het pad, Cirkel 46(2013), Stichting Zijnsorientatie
[v] Knibbe, H., Transcript retraite Voorbereiding leergang Oorspronkelijke vrijheid, mei 2024
De compassie-oefening in het kortFase 1- voorbereiding Neem de meditatiehouding aan. Begin met drop-it! Doe de buikademhaling en laat je bewustzijn uitbreiden naar je gevoelswereld. Doe de handshake met eventuele monsters. Maak contact met basale tevredenheid en de subtiele warmte van welbevinden. Maak contact met wezenlijke liefde en sta toe dat die je wezen doordringt. Fase 2 – dierbare wezens Neem een persoon of dier in gedachten waarvoor je genegenheid voelt. Laat de gevoelens opkomen en je gevoelswereld vullen. Laat het beeld van de persoon vervagen, terwijl het liefhebbende gevoel blijft. Laat dat gevoel uitbreiden naar steeds meer wezens en stel je voor hoe prachtig het zou zijn als je liefde en compassie zou voelen voor deze wezens. Fase 3 – neutrale wezens Neem een neutraal iemand in gedachten, zoals een voorbijganger. Sta jezelf toe om een intens gevoel van zorg en betrokkenheid voor hen te voelen, met de wens: ‘moge je gelukkig, dat al je wensen mogen uitkomen.’ Denk aan al die neutrale wezens in de wereld en hoe mooi het zou zijn om zorg en betrokkenheid voor hen te voelen. Fase 4 – moeilijke wezens Neem iemand in gedachten die je kwaad maakt, die zich niet gedraag zoals jij wilt. Begin niet meteen met de moeilijkste persoon, maar bouw het langzaam op. Probeer contact te maken met hun situatie, hun worsteling, hun lijden. Ze willen waarschijnlijk het beste voor anderen, maar worden overmand door kwellende emoties. Sta toe dat je zorg en compassie voor hen voelt. Laat die zorg en compassie je gevoelswereld vullen. Stel je eens voor hoe prachtig het zou zijn om deze zorg en compassie te voelen naar alle wezens in de wereld. |
